Koninklijke schutterij St. Sebastiaan Heerlerheide


Schutterij

Diverse onderdelen van onze schutterij:



Bordjesdrager

Dit is meestal een kind, dat een bord met naam en embleem van de schutterij draagt om te laten zien welke schutterij eraan komt. Op dit bord moet minimaal de naam en het optochtnummer van de schutterij staan. De bordjesdrager loopt uiteraard helemaal vooraan. Meestal is dit de zoon of dochter van een van de schutters. Vroeger hielden de schutters na de optocht een inzameling voor de bordjesdrager, die zich met de opbrengst de rest van het feest kon vermaken.Tijdens de schuttersfeesten worden de bordjesdragers beoordeeld op hun houding, het in de pas lopen en hun uniformering. Er zijn dan ook een aantal prijzen voor de beste bordjesdrager te verdienen.



De Bieleman

In het verleden waren dit de "genietroepen" van de schutterij. Met berenmuts, baard, blauwe kiel en lederen schort lopen zij voor de schutterij uit. Zij zien er vervaarlijk uit met het bijl op de schouder en de materiaaltas om de nek, klaar om waar nodig hindernissen op te ruimen. Daarmee vormen de bielemannen een moderne echo uit een grijs verleden waarin schutterijen kerkelijke processies begeleidden, die, naar men veelal ten onrechte aanneemt, door protestanten en onverlaten werden verstoord.



Drumband en Tamboer Majoor

Vroeger werd een schutterij muzikaal begeleid door een enkele tamboer. Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw werd de tamboer vaak vervangen door een kompleet muziekkorps. Deze drumband staat onder leiding van een tamboer-maître. In de rechter hand draagt hij een stok en met zijn linker hand geeft hij aanwijzingen. Onze tamboer-maître is Jan Pappers. De drumband bestaat uit een aantal snaartrommen en een overslagtrom. Verder zijn er ook nog trompetten. De drumband geeft het marstempo voor de hele schutterij aan.



De commandant

De commandant heeft "op straat" de leiding over de gehele schutterij. Hij gebruikt militaire commando’s om de schutterij op de plaats van bestemming te krijgen. Deze commando's zijn ook weer afgeleid uit het leger. Daarnaast zijn er twee typen commando's binnen de schutterswereld. Deze slaan op het type exercitie dat de schutterij uitvoert. De schutterij van Heerlerheide voert de oude exercitie uit en krijgt dus ook de commando's die daarbij horen. Onze commandant is Paul Hazen.

De marketentsters

In 1973 deed de Marketentster haar intrede in het Limburgse schutterswezen. Wat is een Marketentster en wat is haar taak? Om op deze te kunnen antwoorden moeten we teruggaan in de tijd. Legereenheden die te velde trokken werden vaak vergezeld van een dame die de soldaten in haar eenheid, tijdens de rustpauzes, voorzag van een borreltje en een hartig hapje. Het leger kende toendertijd nog geen eigen kantinedienst. Tijdens het verblijf in de kazerne verzorgden de Marketentsters de soldatenkantine en verrichtten ook werkzaamheden, zoals het wassen en onderhouden van de kleding van de soldaten. In de 19e eeuw werd in het Nederlandse leger de functie van Marketentster aan strikte regels gebonden. Zo werd o.a. bepaald dat de Marketentster getrouwd moest zijn met een lid van het onderdeel. Ook werd vastgelegd wat zij mocht verkopen en tegen welke prijs. Naast een uniform, dat een sterke gelijkenis vertoonde met dat van haar eenheid, kreeg de Marketentster ook een penning waarop haar naam en het legeronderdeel was vermeld. Verwijzend naar het feit dat vele Limburgse schutterijen een uniform dragen van militaire eenheden, was het daarom niet zo verwonderlijk dat de dames, die de functie van Marketentster op zich namen, ook gestoken werden in een uniform dat lijkt op de kleding van de rest van de schutterij. Eveneens verwijzend naar de taak van Marketentsters in vroeger dagen, tellen heden ten dage vele schutterijen een of meer Marketentsters, die de schutterij vergezellen met hun mandje gevuld met brood, kaas en worst en een vaatje gevuld met jenever, vieux of een Limburgse kruidenbitter (Elske). Na afloop van de wedstrijden voorziet de Marketentster de schutters van haar schutterij van een hapje en een drankje. Een van de wedstrijdonderdelen op een schuttersfeest is de beoordeling van de Marketentsters. De jury let hierbij op de algehele presentatie van de Marketentster en op hoe zij een borrel schenkt of hoe zij de kaas of worst snijdt en presenteert. Inmiddels zijn de Marketentsters een niet meer weg te denken element binnen het Limburgse schutterswezen geworden. Sinds 1997 is de marketentster niet meer weg te denken in onze vereniging en heeft momenteel 6 marketentsters.



Het vaandel

Het vaandel is net als bij iedere vereniging het herkenningsteken van de schutterij. Het vaandel is het symbool van de Schutterij en zijn geschiedenis. Daarom wordt het ook met respect behandeld en behoort door schutters en ook door burgers eerbiedig te worden begroet. De achtergrond van de symboliek gaat honderden jaren terug naar de tijd dat een vaandel nog een duidelijke functie had. Vandaag de dag heeft het vaandel geen functie als baken op het slagveld meer maar de symbolische waarde is gebleven. De vaandrig draagt het vaandel van de Schutterij met de afbeelding van de patroonheilige. Tekst: Limburgs Schutterstijdschrift Het huidige vaandel van onze schutterij stamt uit 1984 en werd destijds geschonken door het erebestuur. Kenmerkend aan het vaandel van onze schutterij is de aanwezigheid van een oranje wimpel. Dit is het herkenningspunt dat de schutterij een koninklijke titel heeft. Het vaandel wordt door onze vandeldrager Mart Habets gedragen.



Koningspaar

Dit is een "eretitel" die jaarlijks wordt verdiend door om de beurt te schieten op een houten plaat met het embleem van een vogel. Degene, die het lukt om de vogel te laten vallen, mag zich dat jaar koning noemen. Hij krijgt hierbij het koningszilver omgehangen. Dit koninszilver bestaat uit een aantal zilveren platen met de namen van voorgaande koningen van de schutterij. Verder bevat het koningszilver een zilveren vogel die het geheel compleet maakt. De koning mag ook een koningin aan zijn zijde kiezen (meestal de echtgenote of vriendin), maar dat is geen verplichting. De koning (en vooral de koningin) zijn de blikvangers en hoogste vertegenwoordigers van een schutterij. Vandaar dat het vanzelfsprekend is dat zij er altijd tiptop verzorgd uit moeten zien.



De Keizer

Men kan in Heerlerheide alleen keizer worden door 3 maal achter elkaar de koningsvogel naar beneden te schieten en moet ook de 3 jaren achtereen als koning gefungeerd hebben. In 2006 is Lei Kleijnen op 15 april geïnstalleerd als 6e keizer in de geschiedenis van de koninklijke schutterij St. Sebastiaan. Hij wordt hierbij vergezeld door keizerin, Jacky van Wijk.



De officieren

De rangen vanaf luitenant en hoger binnen de schutterij. Het is een eer om tot het officierencorps te behoren. De schutterij is vaak ingericht als een militaire compagnie. Bij dit alles mogen kleurrijke officiersrangen natuurlijk niet ontbreken. Gestoken in hun prachtige uniformen met pluim, sjerp en gouden epauletten, geven ze een extra cachet aan het geheel. Officiële zeggenschap kunnen zij aan hun rang niet ontlenen. Enkel de commandant en tamboer-majoor c.q.-maître, hebben als gevolg van hun rang bepaalde bevoegdheden. In de gewone omgang, tussen schutters onderling heerst gelijkheid, rang of geen rang. En zo hoort het ook. De schutterij was en is een broederschap van gelijkgestemden, waarbij men zich verenigt om met elkaar, op voet van gelijkheid,een onderlinge band te smeden. In de praktijk functioneert dat echter niet helemaal op die manier. Doordat officieren zich vaak al gedurende vele jaren binnen de vereniging verdienstelijk hebben gemaakt hebben ze vaak toch een zekere mate van overwicht en dus ook een vorm van prestige. Er zijn daarom slechts weinig schutten die diep in hun hart niet ook graag officier zouden willen worden. Meestal verkrijgt men een rang via verkiezing. In sommige plaatsen kan een officiersfunctie per opbod worden gekocht, waarbij verrassende hoge bedragen worden betaald. Men beroept zich daarbij op de eeuwenoude reglementen waarin dit zo geregeld was. Hierbij speelde prestige natuurlijk ook een belangrijke rol, waarbij tevens een bepaalde mate van macht doorslaggevend was. Dit had te maken met het feit dat de officieren, of broeder dan wel schuttenmeesters zoals ze ook genoemd werden, tevens een bestuursfunctie bekleedden. Het bestuur had daarbij meer bevoegdheden dan heden het geval is. Dat hing samen met het feit dat de schutterijen soms over grote rijkdommen beschikten, meestal in de vorm van grondbezit. Dat was in beheer van het bestuur. Dit bepaalde wie welk stuk land, tegen welke prijs, kon pachten. Verder had het bestuur juridische bevoegdheden. In de reglementen werden bepalingen opgenomen met betrekking tot ruzies, vloeken en absentie bij officiële schuttersgebeurtenissen. Verstootte men tegen deze regels, dan kon het bestuur, zonder tussenkomst van het officiële gezag, straffen uitdelen. Enkel wanneer er doden of gewonden vielen, moesten zij hun rechtsbevoegdheid afstaan. Hierdoor had bestuur reële macht en invloed, die het prestige natuurlijk nog meer verhoogde. Van rijkdom en rechtsbevoegdheid is momenteel niet veel meer over. Toch acht men het nog steeds een erezaak om officier te kunnen worden. Deze officieren zijn ook heden vaak lid van het bestuur. Vandaar dat er binnen de vereniging in feite toch een sociale rangorde bestaat.



De Generaal

De hoogste in rang binnen de vereniging, een zeer gewilde en uitzonderlijke rang die verdiend moet worden. Het is natuurlijk ook een unieke positie, de meeste schutterijen hebben maar hoogstens een generaal.



Schutters of geweerdragers

Achter de officieren marcheren de geweerdragers of soldaten. In rotten van vier (oude exercitie), het geweer aan de rechter schouder, vastgehouden door een gebogen arm met de hand aan de riem. Of in rotten van drie (nieuwe exercitie) met het geweer over de schouder, gestrekte arm, hand onder de kolf. In wezen loopt hier het kerncorps van de schutterij. Dit zijn de mannen (en in soms, in toenemende mate, ook vrouwen) die als broeders met elkaar vorm en inhoud geven aan het schuttersgebeuren.